zondag 19 april 2009

We zijn nu in Gifu aangekomen

Het is woensdag 15 april ’s morgens om zes uur als we heel voorzichtig naar buiten kijken. Het regent niet meer maar het ziet er wel dreigend uit. We gebruiken het ontbijt in het hotel en we zijn daarmee nauwelijks gereed als er al iemand voor de deur staat om onze bagage naar het volgende onderdak te brengen. Wat een organisatie, onbegrijpelijk. Als onze bagage is ingeladen hebben we in het hotel niets meer te zoeken en gaan we naar het station om de trein te nemen naar onze finishplaats van gisteren: Yaze. Als we de trein instappen verliest Jacques zijn naamkaarthouder met daarin zijn treinkaartje. Ik zie het voor de deur liggen maar die is door de conducteur al afgesloten. Gelukkig kunnen we de controle aan de eindbestemming overtuigen dat hij een geldig treinkaartje gekocht had. We zijn nog erg vroeg als we daar op het station aankomen. Jacques en ik nemen het zekere voor het onzekere en kopen een regenscherm. Het is fris, zo rond de vijftien graden en dat is een hele overgang. Er blijkt slechts een wandelaar met ons mee te gaan die ook min of meer als gids en (verkeers)begeleider fungeert. Hij heeft een vlaggetje van de prefectuursbond mee en daar staat hij soms wild mee te wapperen. We verlaten Yazu en na een uurtje wandelen begint de omgeving er wat landelijker uit te zien. Er staat koren op de velden en we zien verschillende planten en groenten. Helaas zien we ook veel verkeer, maar goed, zonder verkeer ligt de economie van een land plat dus dat moeten we er wel bij nemen. Hans en ik herkennen sommige stukken van het parkoers maar op andere stukken is het alsof we hier gewoon voor het eerst zijn. Natuurlijk neem je niet alles in je op en bovendien veranderd er wel eens wat gedurende drie jaren. Als we uit een supermarkt komen waar we onze lunch gekocht hebben, treffen we onze bagagetransporteur weer aan die onze bagage naar Echigawa, onze overnachtingplaats, heeft gebracht. Hij is met de trein ons tegemoet gekomen en loopt met ons mee terug naar Echigawa. Het parkoers is wisselend, langs landerijen en door dorpen. Er staat een briesje dat door Jacques direct als “wind” wordt bestempeld. Hans en ik hebben het nauwelijks in de gaten. Als we bij de brug net voor Echigawa aankomen, wil Masaji San eerst even de Ryokan bellen of we wel terecht kunnen. We zijn een uur voor op schema maar dat is geen probleem. Bij de Ryokan reiken we nog even een vaantje uit aan onze gids en bagage transporteur en gaan dan naar binnen. Hier krijgen we twee aaneengrenzende tatami kamers. Hier in Japan speelt het hele leven zich af op de tatamimat. De Ryokan is inclusief avondmaal en ontbijt. Beide uiteraard Japans. Het avondmaal is heerlijk. Dit in contrast met het ontbijt wat niet slecht is maar slechts weinig gerechten.
Inmiddels zijn we op donderdag 16 april aangekomen. De dagelijkse procedure maar weer. Na het ontbijt staan we gereed met onze bagage. Wij zijn veel te vroeg en onze chauffeur stipt op tijd. Hij brengt de bagage naar Hotel Goody in Okagi. Dat is voor vandaag en morgen ons dagverblijf. Wij vieren gaan naar het station van Eichigawa en wachten daar op de wandelaars die vandaag met ons mee zullen wandelen. Dat blijkt er slechts één te zijn, de gids van gisteren. Met zijn vijven gaan we weer van start. De route is nu erg simpel. Steeds maar rechtdoor de weg aanhouden. Het is de historische route en de weg maakt best wel veel slingers maar is redelijk goed herkenbaar. Regelmatig duiken de stenen zuilen met in Japanse karakters: Nakasendo highway of Oude Nakasend Highway. We kennen niet veel Japanse karakters maar deze hebben we dusdanig in ons hoofd geprent dat we het direct herkennen. We wandelen langs oude bebouwing en soms zijn er nog wat dennenbomen te vinden die vroeger langs de route werden geplant om de reizigers te beschermen tegen de zonnestralen. Het weer vandaag is fris maar wordt gaandeweg beter. Tussen de lintdorpen door komen we soms ook wat landbouwpercelen tegen waarop een graansoort staat die we voorlopig als tarwe classificeren. Ergens in een kas langs de weg komen we ook de kweekbakken voor de rijstplantjes tegen. In deze bakken staan de rijststekjes keurig in rijen opgesteld en als ze op de juiste grootte zijn zullen ze al dan niet met de hand worden geplant. Het parcours is redelijk vlak te noemen maar vlak voor dat we aan de lunch willen beginnen moeten we een stevige klim maken. Jacques loopt te hijgen en te puffen maar als we eenmaal boven zijn herstelt hij vrij vlot. Ja de Nakasendo wordt niet voor niets de bergroute genoemd. Als we het hoogste punt bereikt hebben vinden we mooi twee bankjes waar we kunnen picknicken. Ondanks dat het heiig weer is kunnen we tot op het Biwameer uitkijken. Dat zal deze reis voor het laatst zijn want na de lunch gaan we door de pas aan de andere kant van de berg geleidelijk aan weer naar beneden. Hier zien we verschillende mensen in de berm naar een soort groente zoeken. Ze hebben daarvoor een sikkelvormig snoeimes. Een van onze Japanse begeleiders vraagt wat ze aan het zoeken zijn en na een voor ons onverstaanbaar antwoord vragen ze of de “Hollanders” eens mogen proeven. Het lijkt niet op rabarber maar het smaakt er wel enigszins naar. We vervolgen onze we en hebben de pas er goed in zitten en ruim voor de beoogde tijd arriveren we aan het station van Agematsu. Het was vandaag 23 kilometer waarvan enkele in de bergen. En het is haast niet te geloven maar er is op het station weer mogelijk om de IVV kaarten te laten afstempelen door de voorzitter van wandelbond. Op dit station nemen we afscheid van onze Japanse begeleider en de trein naar Ogaki om naar ons hotel te gaan. We krijgen ieder een eenpersoonskamer met helaas geen internetaansluiting. Ook geen draadloos dus kunnen we ons slechts beperken tot het schrijven van ons verslag. We kunnen hier niet dineren maar wel ontbijten. De lucht betrekt dus is het nog even afwachten of we het mogen droog houden.
Vrijdag 17 april kijken we voorzichtig uit het raam. Het heeft geregend vannacht maar het is nu droog. We gebruiken ons ontbijt om zeven uur en daarna gaan we naar het station. Gisterenavond heeft Masaji San ons toevertrouwd dat er voor zaterdag geen bagagetransport zal zijn en dat we een gedeelte van onze spullen per “zwarte Kat” moeten opsturen. Goed we bereiden ons daar op voor. We stappen op de trein die ons naar Samegai brengt. Als we daar aankomen verwachten we eigenlijk geen medewandelaars maar we zijn verrast als er vier wandelaars ons braaf op een bankje zitten op te wachten. Even over negen gaan we ontspannen van start. Vandaag wandelen we door oude straatjes met ook hoofdzakelijk oude gebouwen. Zo nu en dan is de weg gezoomd met dennenbomen (pinetrees). Ook wandelen we langs bouwland en riviertjes. Op een gegeven moment stoppen we bij een steen die als grens dient tussen twee prefecturen. Masaji San krijgt een telefoontje dat de voorzitter van de nieuwe prefectuur (Gifu). Hij heeft weinig tijd maar zal ons voordat we in Sekigahara aankomen langs het parkoers opwachten. En zo gebeurt het ook. Het is een grote en vriendelijke man. We hadden gehoord dat de Afdeling Gifu geen sterke afdeling is zodat we weinig ondersteuning kunnen verwachten. De man loopt verder niet met ons mee maar rijdt met zijn wagen vooruit om bij elk kruispunt de route aan te geven. De afdeling kan dan wel zwak zijn maar aan de inzet van de voorzitter valt niets op te merken. Als we uiteindelijk bij het station van Akasaka zijn, vertelt hij Masaji San dat hij morgen de bagage zal ophalen en naar onze volgende bestemming in Gifu zal brengen. Wij zijn hier heel blij mee omdat we nu niet al onze bagage hoeven te splitsen in mee te sjouwen en op te sturen bagage. Zo zie je maar dat het allemaal toch weer goed komt. Dit wil echter niet zeggen dat hij ons verder in de week kan helpen. Zijn prefectuur is enorm uitgestrekt en hij woont dicht tegen de grens van Shiga, de vorige prefectuur.
Morgen krijgen we bezoek van onze vriend Tuneyoshi Inohara. Dit veroorzaakt een vertraging in onze starttijd met verdere vertraging in het dagprogramma als gevolg. Hoe dat afloopt dat zullen we morgenavond weten.
een mooie dag te worden. We zijn natuurlijk weer vroeg uit de veren om al onze bagage weer goed in te pakken voor het transport. We maken gebruik van het ontbijt en als we daarna onze bagage hebben ingeleverd aan de receptie, krijgt Masaji San een telefoontje dat de voorzitter van de prefectuur onderweg is maar het niet goed kan vinden. Wij halen dus onze bagage weer bij de receptie op en stellen alles keurig voor het hotel aan de straatkant op. Even later komt de man uit een volledig onverwachte richting opdagen. Het is een flinke stationwagen van Japans merk en onze bagage past er probleemloos in. De man gaat aan de rit en wij wandelen naar het station om de trein naar Akasaka te nemen. Als we in Akasaka zijn kijken we even goed rond maar er zijn geen wandelaars die ons vandaag gaan vergezellen. We wachten nu op de volgende trein waarin onze vriend Tuneyoshi moet zitten. En ja hoor, met beide armen zwaaiend komt hij de trein uit. We gaan aan de wandel met Hans als navigator voorop. Het tempo is redelijk maar onze starttijd was laat, zo rond tien uur. Vanwege het mooie weer wil ik wat bescherming tegen de zonnestraling kopen in een “conveniënt store” maar het duurt tot kwart over twaalf dat we er een vinden. Dan is het ook tijd om aan onze lunch te beginnen. Voor de gevel van de “Lawsons” winkel gebruiken we onze lunch. Dat is erg handig omdat je daar ook direct het verpakkingsmateriaal kwijt kunt. Inmiddels hebben we de helft van het dagtraject er op zitten. We gaan weer aan de wandel en moeten weer even op gang komen. De zon zorgt ervoor dat het 25 graden wordt. We gaan langs oude geveltjes en bruggetjes en op een gegeven moment komen we bij een grote brug. Juist als we de trap naar die brug willen beklimmen krijgt Masaji San een telefoontje dat we beter de volgende brug kunnen nemen. Dat doen we dus. Alleen is bij die volgende brug de rivier gesplitst. Als we die brug over zijn krijgen we weer een telefoontje met instructies hoe nu verder te gaan. Uiteindelijk komen we aan een huisje met een veerman. Hij vaart op verzoek met een flinke roeiboot met buitenboordmotor naar de overkant. Aan die oever staan enkele mensen op ons te wachten. Zij begroeten ons en ook de voorzitter is aanwezig. Zij nemen de navigatie van Hans over die direct constateert dat de route niet volgens zijn boekje gaat. Dat kan wel kloppen want we komen weer eens bij een tempel uit. Daar hebben onze vrienden een grote doos staan waar de halve liters bier en wat snacks uit tevoorschijn komen. Dat moet je bij ons eens in een kerk proberen. Zelfs ik begin de tempels wat minder hinderlijk te vinden. Na het biertje gaan we weer op stap het is nog ongeveer een uurtje wandelen naar ons hotel. Daar aangekomen wachten we nog even op de voorzitter die onze bagage nog steeds in zijn wagen heeft. Ondanks dat we een hotel hebben van een keten die we deze reis meerdere keren hebben aangedaan, ben ik niet erg tevreden over de kamer. Naar mijn idee hebben ze van een eenpersoonskamer een tweepersoons gemaakt. We kunnen onze spullen nauwelijks kwijt en we verblijven hier drie nachten. Dat hebben we wel eens beter gehad. Zo hebben we wel een internet aansluiting maar omdat ik met Masaji San op de kamer slaap heeft hij voorrang omdat hij allerlei zaken via “online” moet regelen. Het is nu 02.30 in de nacht en Masaji San is net naar bed en ik er uit.
Het lijkt wel of ik weer continudiensten draai in mijn radiohutje. Maar goed, in elk geval een juist moment om jullie weer eens bij te praten.
Groeten, Lo

1 opmerking:

  1. Hoi Hofreizigers,
    nog net op tijd kan ik jullie verslag lezen dd " zondag 19 april ". Nu is het hier in België ook net zondag, zo rond één uur 's nachts. Straks rond 11u vliegen mijn Oudenaardse wandelvriend en ik naar Glasgow voor onze jaarlijkse klassieke trekking in de Schotse Highlands. Ik hoop op het internet te geraken in een of andere Schotse jeugdherberg om jullie exploten verder te kunnen volgen.
    Het ga jullie goed. Kampai !
    Chris

    BeantwoordenVerwijderen