zaterdag 2 mei 2009

Eindelijk weer verbinding

Zaterdag 25 april. Zachtjes tikt de regen op het golfplaten dak naast mijn kamerraam. Tja het was voorspeld. Gelukkig wordt vandaag nog onze bagage naar de volgende herberg gebracht. We hoeven er dus weer niet mee te sjouwen. Wat hebben we wat dat betreft toch veel geluk. Maar dat blijft natuurlijk niet duren. Na het ontbijt staat de man al weer twintig minuten voor de afgesproken tijd voor de deur. Wij weten dat dus onze spullen staan al klaar. Als onze bagage is ingeladen bedanken we de man, die geen Engels spreekt, zo hartelijk mogelijk. We gaan naar het station om te zien of er nog medewandelaars zijn voor vandaag. Het is tenslotte zaterdag en het is een populaire streek voor de Japanner. Helaas, we zullen het vandaag alleen moeten doen. Met deze regen is dat eigenlijk ook niet zo erg omdat nu ook ons eigen incasseringsvermogen op de proef wordt gesteld. Het loopt dan ook niet zo lekker vlotjes. De stemming is wat prikkelbaar. Op zich niet zo erg want we moeten ons realiseren dat zulk een wandeltocht wordt uitgezet ongeacht de weersomstandigheden. Als we dan bijna dagelijks mooi wandelweer hebben gehad dan is het nu toch even schrikken. Vanwege de regen is het uitzicht beperkt, het parcours vaak langs een provinciale weg waar normaal veel gebruik van gemaakt wordt. Nu met dit weer zijn er minder dagjesmensen maar toch is het niet prettig als een vrachtwagen langsrijdt die dwars door een grote regenplas heen gaat. Dan komt voor ons plots de regen van boven en van opzij. Dat zijn dus echte stemmingmakers. Bovendien willen we vanwege het weer de meest gerichte route lopen zodat we onze spullen kunnen drogen en ook zelf een warme douche nemen. Onderweg zien we dan ook nog een thermometer die acht graden aangeeft. Dat is niet onze gevoelstemperatuur omdat wij ons ondanks de regen toch redelijk warm lopen. Pas bij een stop merken we hoe koud het is. Rond een uur of vier in de middag komen we bij ons onderdak aan. Onze spullen staan keurig in de hal gereed. Het is een Minchuku, Minshuku Warabi-soi genaamd te Agematsu. Een Minchuku staat een beetje tussen een herberg en een Bed and Breakfast en is meestal een familiebedrijfje. We krijgen alle vier een eigen Japanse kamer. Dat wil zeggen, een tatami vloer en in de kast ligt het beddengoed. Er is een Japans bad, een zogenaamde Onsen. En we krijgen hier een diner en een ontbijt. Alles Japans natuurlijk. Op de kamer staat een oliekacheltje te loeien en dat vinden wij niet erg. Wel zorg ik dat er voldoende zuurstof binnenkomt en als ik ga slapen dan gaat het kacheltje uit. Morgen gaan we voor het eerst met onze bagage op de rug. Inmiddels hebben we ook veel overbodige spullen en die gaan we met de “zwarte kat” opsturen. Dit is een koeriersdienst. Die zijn er in Japan in overvloed en vrijwel allemaal hebben ze als logo een dier zoals: Kangaroe, beertjes, Pelikaan en dus ook een zwarte kat. Dat wil dus zeggen dat we onze bagage moeten herschikken. Zo heeft Masaji San veel te veel bagage bij zich en hij wil zijn laptop in mijn Wheelie kwijt. Omdat dit een vrij zwaar ding is die bovendien in een redelijke koffer van formaat zit, zal het boven op mijn wheelie gebonden moeten worden. Hoe het allemaal af gaat lopen zal ik de komende dagen ervaren en verhalen.
Dan is het zondag 26 april. Zo rond vijf uur in de morgen word ik wakker van het tikken van de regen op de metalen golfplaten. Bovendien waait het nog behoorlijk. Ik verzin een plan voor de komende dagen. Als ik aan de ontbijttafel aan Hans vraag hoe hij over de situatie denkt, komt hij met hetzelfde voorstel als ik in gedachten heb. We maken wat berekeningen en leggen het Masaji San voor. Deze begrijpt het in zijn geheel niet. Daarom stel ik voor om per item aan de slag te gaan. Het eerste dat moet gebeuren is de bagage die we niet zelf meenemen, gereed te maken voor aanbieding aan “de zwarte kat”. Als dat achter de rug is stellen we Masaji San voor om de bagage die we zelf dragen, eerst met de trein naar de eindbestemming te brengen. Het is namelijk nog steeds slecht weer en dat geeft ons de kans om het verloop van het weer een beetje af te kijken. Zo gezegd zo gedaan en we wandelen in colonne naar het station om nog mooi op tijd de trein te pakken naar Narai. Als we daar aankomen zoeken we de minchuku op en kunnen daar onze bagage kwijt. Dan zoeken we een koffieshop op om onder het genot van een bakje een berekening te maken wat we nu het beste kunnen doen. Het plan wordt nu om nu het dagtraject van morgen te lopen. Dan hebben we dus één dagtraject overgeslagen maar die halen we dan morgen (maandag) in. Dit is de manier om zo weinig mogelijk met onze bagage te moeten sjouwen. Zo gezegd zo gedaan . Het dagtraject is nu dus 19 kilometer geworden en de tijd dat we kunnen starten is elf uur in de morgen. Ondanks de regen gaat het wandelen voorspoedig. Oorzaak hiervan is dat we de regen en wind in de rug hebben en dat we vandaag meer mogen afdalen dan klimmen. Dat hadden we met onze overwegingen ook meegenomen. Het eerste station wat we tegen komen doen we even aan om uit te zoeken wat de frequentie van de trein terug naar Narai is. Het is tenslotte zondag en dan rijden er minder treinen. We becijferen dat als we om vier uur in de middag op het station Seba zijn,dan is er voor het schema verder niets aan de hand. We wandelen hoofdzakelijk langs de verkeersweg maar vanwege het slechte weer valt de drukte van het verkeer vandaag wel mee. We bereiken om tien voor vier ons beoogde doel en hebben nog tijd voor een biertje voordat we de trein instappen. Als we in Narai bij ons onderdak aankomen zijn ze verbaasd dat we zo snel terug zijn. Het bad staat nog niet klaar. Het avondmaal is uitstekend. Er staan voor de Nederlanders zelfs gekookte aardappels op tafel.
En dan is het maandag 27 april. Voorzichtig schuif ik de schuifpui dat uitzicht geeft naar buiten, open. De straat is droog en de zon probeert er zelfs doorheen te komen. Vandaag wordt het de dag om de overgeslagen etappe te gaan wandelen. Eerst even ontbijten. Naast de Japanse gerechten staat er ook toast en jam op tafel. Vorig jaar heeft hier een Nederlands gezin een paar dagen gelogeerd en die hebben kennelijk de gastvrouw geleerd wat Nederlanders zoal eten. Na het ontbijt maken we ons gereed voor de start. Onze bagage staat beneden in het halletje en die mogen we daar laten staan totdat we weer terug zijn van onze wandeling. We nemen de trein naar het startpunt van vandaag en als we vanuit de trein naar buiten kijken zien we dat er hoog in de bergen afgelopen nacht verse sneeuw is gevallen. Als we op de startplaats zijn is het behoorlijk fris maar het regent niet dus gaan we met goede moet op stap. Er is voor het eerst sinds twee dagen weer eens gelegenheid om het fototoestel weer volop te gebruiken. We hebben er een lekkere pas in en we schieten goed op. Dan gaat het wegdek over in een pad en dat pad gaat behoorlijk stijl omhoog. Klimmen moet je in je eigen tempo doen en Hans gaat voorop. Binnen enkele minuten is hij uit het zicht. Wij doen het wat rustiger aan en staan zo nu en dan stil om even op adem te komen. Als Hans even voor de bergpas een berghut ziet gaat hij daarheen om ons op te wachten. Maar die berghut licht zijdelings van het parcours en als wij hier passeren, concentreren wij ons op de route en Hans mist ons. Als wij boven in de pas komen, de “Torri pas” geheten, zit daar niet Hans op ons te wachten. We maken wat foto’s om de tijd door te brengen maar als we Hans, die tenslotte voor ons uit liep, niet zien verschijnen, gaan wij weer op weg. Berg af is voor de meesten van ons toch iets makkelijker dan berg op. We hoeven niet te stoppen om op adem te komen. Wel kijken we regelmatig om of we Hans in het vizier kunnen krijgen. Dat is niet het geval. De afdaling is stijl en als we aan de voet van de berg zijn staan we ook direct weer in het plaatsje Narai. Overigens een heel toeristisch plaatsje waar ze de oude bouwsteil nog in ere hebben gehouden. We lopen door de hoofdstraat naar ons onderdak van de afgelopen nacht. We verwachten hier Hans aan te treffen maar dat blijkt niet zo te zijn. Masaji San loopt door naar het station om het treinschema te bekijken. Ondertussen halen Jacques en ik de bagage vanuit het halletje naar de straat en gaan dan op het stoepje zitten wachten en overleggen wat nu te doen. Dan komt eindelijk Hans uit de richting van de pas aanlopen. Doordat hij ons gemist had bij die berghut is hij boven nog even gaan zoeken en uiteindelijk zelf toch ook maar aan de afdaling begonnen. Eind goed al goed. Masaji San komt terug van het station en we besluiten om daar maar heen te gaan omdat de trein toch een betere optie is dan de bus. We nemen de trein naar Shiojiri. Daar hebben we onderdak gereserveerd in het Station hotel. Het hotel ligt recht tegenover het station. De kamers zijn klein en het is er niet bepaald luxe. Gelukkig is de prijs er ook naar en dat komt goed uit omdat de afgelopen dagen het onderdak behoorlijk aan de prijs was. Die avond dineren we na lang zoeken in een Chinees restaurantje.
Dinsdag 28 april om vijf uur in de morgen wordt Jacques wakker en kijkt naar buiten. Bij het station wordt de temperatuur aangegeven: -2 C. Ja we zitten in de bergen en dat is aan de temperatuur goed te merken. Even na zeven uur krijgen we ontbijt op de kamer. Het stelt twee maal niets voor maar goed, we hoeven niet met lege maag de deur uit. Masaji San vraagt aan de eigenaar of we onze bagage enkele uren kunnen opslaan. Dat is geen probleem. Alle bagage mogen we in een van onze kamers opslaan totdat we weer langs deze plaats komen. We nemen dus weer de trein naar Narai. Dit is maar één station terug en gaan daar aan de wandel. Ondanks de temperatuur die inmiddels is opgelopen tot 5 graden boven nul, is het lekker wandelen. Het is licht glooiend terrein en we gaan hier door een van de belangrijkste wijnbouwstreken van Japan. De druivenranken zijn duidelijk anders als in Europa. Wel zien we dat de wijnboeren allerlei moeite moeten doen om de temperatuur onder controle te houden. Dit doen ze onder andere door vuurtjes te stoken onder de druivenranken. We hebben zelfs een veld gezien waar oliekacheltjes onder de ranken staan. Voor we het beseffen zijn we weer in Shiojiri en gaan we weer bij het station hotel langs om onze bagage op te halen. Vandaag wordt onze eerste dag dat we serieus met onze bagage moeten wandelen. Gelukkig is het parkoers redelijk vlak. Totdat we weer een pas over moeten. Dit keer niet langs een pad maar over een smalle asfalt weg. Het wordt behoorlijk trekken aan de Wheelie en uiteindelijk koppel ik hem los en neem hem voor me zoals men een kruiwagen vooruit duwt, ga ik met de Wheelie de berg op. Het laatste stukje voor de top wordt ik wat geholpen door een van mijn wandelgenoten. Dit gaat dan wel een stuk lichter maar het sturen een stuk moeilijker. Eenmaal in de bergpas aangekomen is het genieten van het uitzicht. Achter ons een mooie vallei met daar achter de bergen met besneeuwde toppen, voor ons het meer van Suwa (Suwako) en ook hier op de achtergrond de bergen met nog meer besneeuwde toppen. We dalen de pas af, het is aan deze kant behoorlijk stijl en ik heb moeite om de Wheelie in bedwang te houden. Maar het lukt en we komen vrij snel in de bewoonde wereld terecht. Dan is het nog langdurig door de bebouwde kom wandelen eer we uiteindelijk toch nog voor drie uur in de middag bij de jeugdherberg aankomen. We zitten heerlijk op het terrasje uit te blazen totdat de eigenaar komt opdagen. Die roept Masaji San binnen en er worden ons twee piepkleine tweepersoonskamertjes toegewezen. Kleiner kan echt niet maar goed, we zullen hier drie nachten doorbrengen. Internet is Internot oftewel geen internet. Dit hadden we drie jaar eerder al meegemaakt maar we hadden toch verwacht dat men met de eisen van de moderne tijd mee zou gaan. Dat valt dus even tegen. De kamer is zo klein dat ik de Wheelie moet parkeren in het washok. Net als ik daar mijn spullen uit wil pakken om te gaan baden, zie ik een Japans echtpaar met kind aankomen. Ik kijk nog eens goed en dan blijkt het Miho, een vriendin van Mizue te zijn die ik nu al twee jaar achtereen tijdens de driedaagse van Higashi matsuyama ben tegengekomen. Zij komt even goede dag zeggen en informeren hoe het met ons gaat. Na een uurtje gaan ze weer huiswaarts en gaan wij in bad. Die avond brengen we in een klein donker en toch gezellig drinkhok van de jeugdherberg door. Masaji San heeft een gitaar ontdekt en uiteindelijk spelen hij op de gitaar en ik op de mondharmonica enkele liedjes. Inmiddels is ook de zwarte kat langs gekomen en hebben we onze spullen weer bijeen. Overmorgen zullen we ze weer bij de zwarte kat inleveren om ze dan naar onze thuisbasis in Tokyo te laten brengen. (Sakurahostel Asakusa).
Woensdag 29 april. De hele nacht is Masaji San weer op zijn pc bezig geweest. Wat hij allemaal moet doen zonder internetverbinding dat begrijp ik niet maar pas rond een uur of vijf valt hij in slaap. Zelf sta ik dan op om de was uit de droger te halen die ik er gisterenavond ingedaan heb. De was blijkt niet erg droog te zijn dus leg ik het in de kamer een beetje uit in de hoop dat het hier wat zal drogen.
Om half acht is het ontbijt. Een Japans ontbijt, niet te uitgebreid en helaas zonder koffie. Na het ontbijt gaat ieder zijn eigen gang tot tien uur. Dan moeten we de herberg verlaten omdat die dan op slot gaat tot drie uur in de middag. Die tijd zullen wij toeristisch gaan benutten. Zolang het zonnetje schijnt zal dat best gaan lukken. We beginnen met een wandeling langs het meer. Dat minder interessant dan we hadden verwacht. Daarom gaan we van de “kust” af de stad in. Om de tijd toch wat nuttig te besteden nemen we weer een stukje van de Nakasendo op en wandelen naar de splitsing Nakasendo-Koshikaido. Hier beginnen we formeel aan de voor ons nieuwe route. We doen daarbij de Lente tempel en de Herst tempel aan. Lopen wat straatjes door totdat we bij het station uitkomen. Dit station is morgen het startpunt voor die dag. We gaan terug naar de herberg en regelen nog wat zaakjes zoals het inkopen van iets wat op oranjebitter lijkt voor morgen en gaan ’s avonds naar de Chinees om te dineren. Dat blijkt een Koreaan te zijn, althans het systeem van eten bereiden. We laten het ons goed smaken en gaan weer naar de herberg om ons voor te bereiden voor de volgende dag.
30 april, Koninginnedag, rond vijf uur in de morgen is Masaji San al weer bezig met zijn telefoon om berichtjes te versturen. Het is ook niet vreemd dat hij overdag regelmatig in slaap valt. Om half acht is het ontbijt en er zijn vandaag aardig wat gasten. Als iedereen aan tafel zit en we aan het eten zijn begint de herbergier een verhaal in het Japans af te steken. We verstaan er niet veel van maar zo nu en dan horen we woorden als: Oranda, Nakasendo Tokaido Hirado enz. We kijken Masaji San aan en hij verklaart dat onze wandelexpeditie aan alle andere gasten wordt uitgelegd. Kennelijk zijn we toch bijzondere gasten. Na het ontbijt gaan we lekker op de sandalen en zonder bagage aan de wandel. Het wandelschema zoals wij dat hebben blijkt toch iets anders te zijn dan dat van Masaji San. Het blijkt dat wij de laatste wijzigingen niet hebben doorgekregen. Dit sticht enige verwarring. Ook is het navigeren nu wat lastiger omdat de route voor ons volkomen nieuw is en Hans even moet wennen aan de beschikbaar gestelde kaarten van acht jaren oud. Ondanks enkele keren dat we fout zitten verloopt de wandeling toch nog redelijk goed. Wel komen we uiteindelijk uit op een station dat niet in de oude maar ook niet in de nieuwe planning voorkomt. We gokken er op dat we nu wat extra kilometers van morgen gedaan hebben. Dat zou niet zo slecht uitkomen omdat we morgen weer een jeugdherberg hebben die een aantal kilometers van het originele parkoers afligt. Als we weer bij de herberg van vandaag uitkomen nemen we buiten een terastafel in gebruik en nodigen de herbergier en echtgenote uit om met ons een glaasje “oranje Curacao”, ons alternatief voor Oranjebitter, te drinken vanwege Koninginnedag. Dit wordt aardig gewaardeerd. Aan het einde van deze korte ceremonie komt een verslaggeefster van een plaatselijke krant voor een interview. Zij was door de herbergier op de hoogte gebracht over zijn bijzondere gasten. Gelukkig spreekt ze geen Engels zodat Masaji San zich daarmee bezig mag houden. Als zij weer verdwenen is nemen we het gebruikelijke bad en gaan naar de “convenient” om wat magnetron eten in te kopen. De verdere avond besteden we aan het kaartlezen voor morgen, het proberen te backuppen van de videocamera van Jacques en het doen van een laatste was zodat we morgen alles schoon mee kunnen nemen. Ook was het nog de bedoeling om alle spullen voor onze vriendelijke “zwarte kat” gereed te maken maar dat gaat niet meer binnen een redelijke tijd lukken.
Tja als je enkele dagen geen verbinding hebt dan wordt het wel een lange editie. Vandaag is het 1 mei. Het lijkt mooi weer te worden. Omdat het vandaag ook een verhuisdag is zorg ik ruim op tijd wakker te zijn. Mijn Wheelie staat buiten in het washok dus om alles in te pakken moet ik steeds weer van binnen naar buiten. En dat telkens met het wisselen van de binnenslippers naar de buitenslippers en terug. Vandaag zouden we ook onze bagage aanbieden aan de “Zwarte Kat”. Dat blijkt nu “de Pelikaan” te worden omdat de herbergier hiervoor de juiste formulieren voorhanden heeft. Masaji San spreekt met de herbergier af dat deze er voor zal zorgen dat onze bagage op 9 mei bij het Sakura hostel zal worden afgeleverd. Na het ontbijt worden er nog even foto’s gemaakt en gaan we op weg naar het station. We nemen de trein naar Fujimi om daar te starten met onze wandeling. Wat mij betreft gaat het lekker. Ook de Wheelie gedraagt zicht zoals ik dat verwacht. Ondanks onze late start maken we met een redelijk tempo een mooie tijd en komen we rond half twaalf aan bij een soort wegrestaurant. Omdat we zelf allerlei eten bij ons hebben gebruiken we onze lunch buiten op een bankje. Er is voldoende drank in de automaat dus alles gaat perfect. Na de lunch is het altijd weer even op gang komen maar ook daar heb ik vandaag, in tegenstelling tot Jacques, geen last van. Jacques heeft wat last van vervelende spiertjes. Over ongeveer tweederde van het dagparcours gaan we lichtjes naar beneden. Dat verklaart ook ons goede tempo. Maar het venijn zit hem in de staart en we moeten behoorlijk gaan klimmen. Gelukkig heb ik die met de Wheelie inmiddels ook onder de knie: ik koppel hem los en gebruik hem als een kruiwagen voor me uit. Hierdoor kan ik een redelijk tempo maken zolang ik tenminste nog lucht heb. Dat is bij mij het bekende probleem tijdens het nemen van een helling. Eindelijk zijn we bij een stationnetje en kopen we een kaartje naar het volgende station. Het is een ritje van acht minuten maar ook daar zit weer een aardige klim in. Na deze treinrit moeten we nog ongeveer 700 meter naar de jeugdherberg. Dat was althans de info die we via internet hebben gekregen. Helaas is het minimaal 1.700 meter en uiteraard weer omhoog. In de herberg krijgen we een ruime vierpersoonskamer met normale bedden. Eigenlijk zijn de bedden nu ook weer niet zo normaal want we hebben een dekbed met daaronder een tweede dekbed en dan nog een deken, een onderlaken en een dik matras. Wij Nederlanders verwijderen terstond een dekbed en de deken. Masaji San gebruikt alles en gaat geheel gekleed in bed. Voor ons onbegrijpelijk maar s’lands wijs ’s lands eer.
Jacques heeft inmiddels via de laptop van Hans nog enige bestanden van zijn videocamera kunnen redden. Ik denk dat we er allemaal snel in liggen deze avond.
Het is al weer erg vroeg als we wakker worden van het mobieltje van Masaji San. Zo erg is het niet want buiten is het al licht en de vogels fluiten uit volle borst. Het is weer een verhuisdag dus begin ik maar alvast met het inpakken van mijn spullen en het afhalen van het bed. Tegen de tijd dat we aan de ontbijttafel kunnen is ieder van ons ook gereed om te vertrekken. We hebben nog een hele wandeling voor de boeg om bij het laatste station van gisteren te komen. Gelukkig gaat het nu berg af. We nemen de trein naar het stationnetje waar we gisteren gestopt zijn en als we daar aankomen staat onze vriend Tuneyoshi Inohara al op ons te wachten. Hans heeft een route uitgezet naar een volgend station omdat we daar nog een Japanse wandelvriend gaan oppikken: Ryohe Tamura. Ook hij staat ons al fotograferend op te wachten als we het station gevonden hebben. Nu zijn we dus met zijn zessen: Drie Nederlanders en drie Japanners. We zetten er weer stevig de pas in. Dat gaat nu niet zo moeilijk omdat het steeds bergafwaarts is. Het is dan ook pas kwart over twee als we het eindpunt van deze dag bereikt hebben. We nemen de trein naar Kofu en zoeken daar ons hotel op. We hebben weer tweepersoonskamers, maar deze keer wel hele bijzondere. In feite zijn het twee eenpersoonskamers die door de badkamer gescheiden zijn. Het enige wat niet dubbel is dat is dus de badkamer, koelkast en de brandkast. Dus WEL dubbel internet aansluiting. En daar ga ik nu eerst eens van profiteren.
Groeten van ons allen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten